Aanstaande zondag begint de competitie van het seizoen 2019-2020. Hoewel Martijn Meerdink al enkele maanden op ons complex diverse trainingen heeft afgewerkt en bijeenkomsten heeft bijgewoond, is ook voor hem dit weekend de formele start van zijn carrière als hoofdtrainer bij een voetbalvereniging. Een mooi moment om een gesprek met hem aan te gaan en van hem te horen wie hij als persoon is, hoe zijn loopbaan als voetballer en trainer er uit ziet en wat zijn eerste indrukken zijn bij onze vereniging.
Martijn laat weten dat hij een echte Winterswijker is. En in het "Wenterse", namelijk bij WVC, begon hij als 4-jarig jongetje met voetballen. De Graafschap ontdekte hem als dertienjarige en in het seizoen 1998/1999 maakte hij zijn debuut voor de ‘Superboeren’. Hij speelde er vier seizoenen en maakte toen de overstap naar AZ. Daarna vertrok hij naar FC Groningen en maakte in februari 2006 zijn debuut in het Nederlands Elftal in een oefeninterland tegen Ecuador. In 2009 keerde hij op huurbasis terug bij De Graafschap, om vervolgens in maart 2010 bekend te maken, vanwege blessures, per direct te stoppen met betaald voetbal.
Vanaf die periode koos Martijn voor een andere invulling van zijn passie voor voetbal: hij wilde het trainerschap eigen maken en begon aan de opleiding UEFA C en UEFA B. Martijn was twee jaar lang assistent-jeugdtrainer bij de Graafschap JO13-2 en de afgelopen jaren is hij bij FC Winterswijk jeugdtrainer en, tegelijkertijd, assistent-trainer van oefenmeester Wilco Geerts geweest.
In het verlengde van dit trainerschap heeft Martijn de “Martijn Meerdink Voetbalschool” opgericht. Bij de Martijn Meerdink Voetbalschool draait alles om voetbal en plezier maken. Het is een school bedoeld voor alle leeftijden en kan worden ingezet voor diverse soorten activiteiten. “Het varieert van gerichte trainingen voor voetballertjes tot het geven van clinics bij bedrijven, bijvoorbeeld in het kader van teambuilding. Ook een seniorenteam kan zich inschrijven om zo te trainen op een paar specifieke punten.”
Op de vraag wat zo mooi is aan het trainersvak is prompt het antwoord “het werken met mensen”. Natuurlijk gaat het bij trainen er om dat spelers naar een hoger niveau worden getild, maar nog veel belangrijker is het hoe je als trainer omgaat met die wisselwerking tussen jou en de speler en tussen de spelers onderling. Dat is en blijft een mooie uitdaging”.
Martijn veert op als we praten over hoe zijn eerste indrukken zijn over de vereniging en het team. “Geweldig natuurlijk dat het team in de nacompetitie lijfsbehoud heeft weten te bewerkstelligen. Het is een leuke groep en ze werken hard. Ook mooi om te zien dat er talent en veel potentie zit bij meerdere jongens uit de O19.” Martijn geeft aan dat de voorbereiding 'stevig' is geweest: ”We hebben veel getraind, zo’n vier keer per week. En naast deze conditionele trainingen hebben we ook gewerkt aan bepaalde spelsystemen en dat is ook weer even wennen voor de spelers. Maar ik heb in de oefen- en bekerwedstrijden veel spelplezier en energie in het team gezien, en daar word ik heel enthousiast van.”
Martijn geeft spontaan aan dat hij blij is dat hij assistent-trainer Martijn Egberts en teamleider Berry Spaink tot zijn staf mag rekenen. “Met name Martijn kent, omdat hij al langer aan de selectie is verbonden, de meeste jongens van haver tot gort. En niet onbelangrijk, hij kan mij wat aanwijzingen geven over onze tegenstanders, want in mijn assistent-trainerschap kwam ik niet bij wedstrijden in de 4e klasse”.
Natuurlijk hebben we ook dit punt nog aan Martijn voorgelegd: hij beschikt over trainerslicenties om in de 2e klasse trainen te mogen geven, waarom heeft hij voor Ulftse Boys gekozen dat in de 4e klasse uitkomt? “Op seniorenniveau heb ik als assistent-trainer niveau gefunctioneerd en veel geleerd. Ik vind het mooi om vanuit de 4e klasse als hoofdtrainer te beginnen; blanco in een team instappen, waar je geen enkele voorkennis van hebt, waar je het vanuit eigen kracht moet doen, weliswaar samen met je stafleden, maar uiteindelijk draag je als hoofdtrainer de eindverantwoordelijkheid van het spel en de gemaakte keuzes. Een 4e klasse is in mijn ogen dan een heel goed startpunt om deze ervaringen op te doen en daarin de nodige vlieguren te maken.”
Wij kunnen het hier alleen maar mee eens zijn, en we wensen Martijn Meerdink, staf en spelers heel veel succes toe!
